Na de mond en de maag gaat de spijsvertering verder in de darmen van het paard. Deze kunnen tot wel 40 meter lang zijn. Daarom hebben ze maar beperkte bewegingsruimte en scherpe bochten.
De darmen beginnen met de dunne darm die uit 3 onderdelen bestaat, het duodenum (12 vingerige darm), jejunum, en ileum. Voedingsstoffen zoals vetten, eiwitten, licht verteerbare koolhydraten en vitaminen en mineralen worden hier opgenomen in het bloed. De darm maakt een knijpende beweging en stuwt het voedsel voort met ongeveer 20 centimeter per minuut. Het gal dat door de lever word geproduceerd wordt hier toegevoegd aan de vertering. Omdat het paard geen galblaas heeft wordt er de gehele dag klein beetje gal geproduceerd, hierdoor is een galblaas niet nodig. Aan het einde van de dunne darm zit een klep die voorkomt dat de gassen uit de blinde darm niet terug kunnen naar de dunne darm.
Na de dunne darm gaat de vertering verder in de blinde darm, ook wel caecum genoemd. Hier vind fermentatie plaats. De bacteriën die daar voor zorgen maken het mogelijk dat paarden kunnen leven van gras en ander ruwvoer.
Hierna gaat de voedselbrij door naar de dikke darm. De bacteriën in de dikke darm verteren cellulose, hemi cellulose en pectine deze kunnen niet door de enzymen van het lichaam zelf verteerd worden. Hierbij ontstaan vluchtige vetzuren en dat is een belangrijke energieleverancier.Ook ontstaat er warmte bij het fermentatieproces dit zorgt er voor dat het paard zijn lichaamstemperatuur kan behouden. Ze zeggen niet voor niets dat paarden voldoende ruwvoer moeten hebben om zichzelf warm te kunnen houden. De micro organismen in de darmen hebben plantaardige ruwe celstof nodig om hun werk te kunnen doen hiervoor heeft een paard tenminste 1,5 kilo ruwe celstof nodig per 100 kilo lichaamsgewicht.Een paard is niet in staat om grote hoeveelheden zetmeel te verteren. Voeg daarom niet meer dan 1 gram zetmeel per kilo lichaamsgewicht toe per voerbeurt. Daarnaast wordt er water en elektrolyten opgenomen in de dikke darm. Dit zorgt er voor dat er mestballen worden gevormd.
Antibiotica, grote hoeveelheden zetmeel, slechte kwaliteit ruwvoer, te veel eiwitten, te weinig voerbeurten, stress, wormen, en te weinig beweging kunnen allemaal invloed hebben op de darmwerking. Met pre en probiotica kun je de darmen weer voorzien van gunstige bacteriën die de darmwerking kunnen verbeter. Ook met kruiden kun je spijsvertering ondersteunen en zorgen voor een gezonder paard.
